1. De Gebroeders Henk en Rende Brouwer (tot 1970)

Henk en ik zijn geboren in Hierden  op de boerderij  ‘De Oude Bisschop’.

Nu achteraf kun je wel stellen dat wij een fantastische jeugd hebben gehad, destijds hadden wij dat totaal niet door, in Hierden was dat gewoon zo.
Midden in de natuur op een boerderij was het goed wonen… koeien-varkens-kippen-paarden-kerkuilen-ratten-muizen (een beetje boerderij heeft muizen en ratten).
En wat ik mij ook heel goed kan herinneren:
de maand mei – juni!
Heerlijke appels-peren-pruimen-bessen-kersen, nieuwe aardappels, sla-boontjes-worteltjes en zo kan ik nog wel even door gaan, wat een weelde! Maar niet in alle details.
Bijvoorbeeld alleen in de keuken verwarming door het fornuis, van voren was je redelijk warm en op je rug werd het al duidelijk minder, geen douche, water uit de pomp, dat betekende bij weer en wind naar buiten natuurlijk, onze buurman waste zich elke morgen (met ontbloot bovenlijf), zomer en winter aan de pomp, heel Hierden sprak er over.
Je had ook mensen die het niet zo nauw namen met  de persoonlijke verzorging.

KWAJONGENS
Wij waren bepaald geen makkelijke knapen voor onze ouders, ik was behoorlijk hopeloos, op de boerderij werken vond ik maar niks terwijl er met Henk  (ook wel tamelijk lastig) meer mogelijkheden waren, hij was nogal geïnteresseerd in hout bewerken (bomen neerhalen, kappen, zagen, enz.), wat hij ook enige jaren heeft gedaan. 
Ik kan me nog goed herinneren dat ik een week met hem mee ging kappen en zagen,  na drie dagen was ik totaal kapot, goh.., wat was die knaap sterk, echt niet normaal. Hij werd gelukkig niet snel kwaad maar als hij echt boos werd dan moest je heeeeeel hard gaan lopen.
Zondags middags trokken we met vriendjes altijd naar de zee (in vroegere jaren was de Zuiderzee een echte binnenzee met eb en vloed).
Eindeloos konden we bezig zijn met visjes vangen, vuurtje stoken, kieviet eieren zoeken enz.
Wij waren altijd buiten, voetballen achter de boerderij, worstelen, speerwerpen (eigen makelij) en nog veel meer, wij hadden een prima conditie totdat we in het muziek vak terecht kwamen.

Het is een wonder dat wij trompettist/artiest zijn geworden.
In Hierden werd je destijds boer of je ging gewoon werken in een fabriek, maar trompettist …! ondenkbaar.
Onze pa, Jacob Brouwer, zelf een enthousiaste amateur musicus (hij had enkele koren en speelde verdienstelijk harmonium, ook al redelijk bijzonder in die tijd) heeft ons bij de plaatselijke fanfare ‘Kunst Na Arbeid’ ondergebracht.
Na enige tijd bleken we behoorlijk talentvolle knaapjes te zijn.
Ik kan me nog goed herinneren dat ergens in de begin jaren vijftig ‘de Boertjes van Buten’ in Hierden kwamen spelen, die avond speelden de boertjes o.a. ,’De posthoorn Galop’
Ik was aan de grond genageld goh… wat vond ik dat mooi, indrukwekkend !! En toen besloot ik als klein jochie van een jaar of 11: ik wordt trompettist!! Vele jaren later toen ik Jo Budie (dirigent van de Boertjes) een keer tijdens een optreden ergens tegenkwam vertelde ik hem mijn activerende ervaring met ‘de Boertjes’ hij vond het zichtbaar een aandoenlijk verhaal.
In die moeilijke begin jaren heeft onze Pa ons steeds geholpen om verder te komen, geduldig loodste hij ons tot een zeker niveau om vervolgens contact te leggen met een echte trompettist: Jan Marinus, hij was solo-trompettist bij de omroeporkesten. 

Wij moesten wel eerst voorspelen, hij vond dat we genoeg talenten hadden en vervolgens heeft hij ons een degelijke opleiding gegeven.  
Wij zijn dus klassiek opgeleide trompettisten en na enkele jaren  pittig studeren liet hij ons voorspelen bij diverse orkesten en zo ben ik 2 jaar trompettist bij ‘Het Brabants orkest’geweest en daarna heb ik nog 5 jaar bij ‘Opera Forum’ gewerkt. Henk ging bij ‘De Amsterdamse Politie Kapel’ spelen. 

De twee jongens uit Hierden waren beroeps trompettisten geworden, wij vonden het fan-tas-tisch. 

De 28 jaar na 1970 zijn van een totaal ander karakter, dat ga ik in deel 2 opsommen.